Engagementsverklaring
Wachten (ww): (wachtte, gewacht), wacht houden, toeven, afwachten, beiden, antichambreren, bewaken, hoeden, verwachten.
Wachter (zn): m. (-s), die wacht houdt. Bewaker, wacht, oppasser, waker.
Deze engagementsverklaring ontstond na verschillende bijeenkomsten van de denktank gelinkt aan Het Wachthuis in Haacht. Het Wachthuis is een reactie op een samenleving die er niet in slaagt om wachtlijsten weg te werken en zorgcontinuïteit aan te bieden. Te vaak staan mensen met een (psychische) kwetsbaarheid in wacht op een wachtlijst waardoor zowel hun hulpverleningstraject als hun ontwikkelingstraject blokkeert. Ze hebben het gevoel buiten de maatschappij te staan, in de wachtkamer van de samenleving te zitten. Bovendien krijgen heel wat mensen niet de juiste nazorg na een behandeling of opname. Ook daar zijn er heel wat gaten te vullen.
We kunnen als samenleving meer doen dan wachten. In Het Wachthuis kunnen mensen actief en in groep ‘wachten’, ‘zoeken’ en ‘zijn’. “Hier zijn geen patiënten, labels, behandelplannen, wachtlijsten of verblijfstermijnen… Mensen vinden in dit huis de tas koffie, de babbel, een dagstructuur of het rustmoment dat ze zo hard nodig hebben. Ze worstelen vaak met complexe problemen, en toch helpen ze elkaar door de kracht van ontmoeting.”
Het Wachthuis is al twee jaar actief en we zien dat mensen om verschillende redenen langskomen en niet enkel omdat ze op professionele hulp wachten. “Voor het sociaal contact, bij de uitstroom van de behandeling, voor sommigen valt de nood tot professionele hulp zelfs weg. In de verhalen van mensen is eenzaamheid een rode draad. Ze hebben allemaal het gevoel er alleen voor te staan.”
Ook in wetenschappelijk onderzoek zien we een plaats voor Het Wachthuis. Zo lezen we in ‘De mythes voorbij’ van Ronny Bruffaerts: “Niet voor elke psychische klacht is een professionele behandeling nodig. Mentale zelfzorg en eerste informele hulp vanuit de directe omgeving versterken vaak de veerkracht voldoende en zetten mensen terug op weg. Uiteraard is het daarbij belangrijk om goed in het oog te houden hoe lang klachten aanhouden, of meerdere klachten samen voorkomen, hoe lang iemand al met een cluster van klachten rondloopt… Als dat het geval blijkt, kan eerste hulp bij psychische problemen nodig zijn om de stap te ondersteunen van informele naar meer formele zorg.” Net op dat spanningsveld engageert Het Wachthuis zich.
De sterkte van Het Wachthuis is om vanuit de praktijk in te spelen op de actuele noden van het zorglandschap. We merken dat er aanzienlijke leemtes zijn tussen de nulde lijn en de zorgactoren. Hierdoor krijgen mensen vaak het gevoel dat hun probleem niet erg genoeg of onbelangrijk is.
De ambitie van de deelnemers van de denktank reikt verder dan het ‘hier en nu’.
We vinden het belangrijk om dicht tegen de noden van de onderstroom te blijven. Daarom blijven we weg van voorstructurering in de opbouw van Het Wachthuis. Op deze manier willen we een open venster zijn op de maatschappij, de kanarie in de koolmijn.
Hiervoor verdienen wachthuizen een essentiële plaats in het huidige zorglandschap, met bijpassende financiering. Zij bouwen mee aan een zorgzame samenleving waar ruimte en tijd is om er voor elkaar te zijn en voor elkaar te zorgen. Op die manier werken wachthuizen mee voor de vermaatschappelijking van de geestelijke gezondheidszorg en slaan ze een brug tussen samenleving, zorg en welzijn. Om een wachthuis structureel in te bedden in het welzijns- en zorgbeleid onderschrijven ondertekenende partijen volgende 12 uitgangspunten:
1. Er moet passende psychische hulp zijn voor iedereen. Ook mensen waarbij de hulpvraag (nog) niet duidelijk is, hebben recht op ondersteuning tijdens hun zoektocht.
Zo krijgen niet alleen de "zoekenden" maar ook de zogenaamde “uitstellers”, “zorgmijders” of “uitbehandelden” een veilige plek om ergens te zijn.
2. Dit aanbod werkt aanvullend op de bestaande geestelijke gezondheidszorg. Dat maakt de rol van kwartiermakers als bruggenbouwers tussen geestelijke gezondheidszorg en maatschappij evident.
Als burgers dragen wij een collectieve verantwoordelijkheid voor elkaars welzijn. Welzijn en geestelijke gezondheidszorg zijn met elkaar verweven.
3. Daarbij (h)erkennen we het probleem van eenzaamheid. Deze eenzaamheid aanpakken heeft invloed op de wachtlijsten en de geestelijke gezondheidszorg in het algemeen.
Sommige wachters vragen psychische hulp of een opname omdat ze zich eenzaam voelen. Door hun komst naar een wachthuis, blijkt deze vraag vaak overbodig te worden.
4. Door middel van bondgenotencontact ligt de nadruk op de groep. Ervaringsdeskundigheid krijgt hierbij een plaats en er is ruimte voor individuele gesprekken indien nodig.
We werken zoveel mogelijk op maat en we zorgen voor elkaar.
5. Deze hulp werkt zowel preventief als curatief. Zowel mensen die wachten op hulp, als mensen die hulp krijgen of mensen die uit een opname komen zijn welkom in een wachthuis. Daardoor ontstaat er zorgcontinuïteit. Continuïteit zorgt voor duurzaamheid.
Weten dat er een netwerk van bondgenoten wacht bij thuiskomst, kan voor een kortere opnameduur zorgen. We overbruggen samen moeilijkere periodes, waardoor de frequentie van noodzakelijke opnames afneemt.
6. Er is ruimte voor projecten die buiten de bekende lijntjes denken. Er wordt niet voorgestructureerd, wel vraaggericht gewerkt. We laten experiment en pionierswerk toe, we hebben vertrouwen.
7. Met het principe van de institutionele pedagogiek in het achterhoofd, gaan we samen op zoek naar ondergesneeuwde verlangens. Daarbij wordt initiatief vanuit de wachter aangemoedigd.
8. We werken laagdrempelig: dit aanbod is rechtstreeks toegankelijk en er is geen doorverwijzing nodig. Een kennismakingsgesprek mag, maar moet niet.
Dit laatste vinden we belangrijk om te vermijden dat mensen steeds weer opnieuw hun verhaal moeten doen. Bovendien kunnen ze zo met een nieuwe lei beginnen.
9. We geven tijd. Binnen dit aanbod is er geen wachtlijst en geen eindtermijn.
Wachthuizen mogen geen wachtlijst hebben. Het wegnemen van een deadline creëert veiligheid en duurzaamheid.
10. Het aanbod is geheel vrijblijvend. Mensen komen enkel als ze het willen en er baat bij hebben.
Waar niets moet, gebeurt vaak veel.
11. Met het oog op geïntegreerde zorg doen we dit samen. Samen met de hulpvrager, met het netwerk, met de buurt, met de bestaande hulpverlening, met bestaande gezondheidsautoriteiten en met de verschillende overheden.
12. Om in te spelen op de huidige maatschappelijke noden en om met deze noden innovatief en fluïde om te gaan, worden er ad hoc werkgroepen georganiseerd (zoals denk-tanken).